Cat Coach Julie
Onze kat en haar voorouders … minder verschillend dan we denken!
Van overleven in de woestijn …
Felis silvestris lybica, dat is de mooie Latijnse benaming voor de voorouder van onze huiskat. Of gemakkelijker: de Noord-Afrikaanse wilde kat. Deze kat leefde en leeft nog steeds in het noorden van Afrika en in het Nabije Oosten. Vaak in woestijngebieden en andere ruige streken waar onvoldoende voedsel is om in groep van te leven. Het is dus een solitair en hoog territoriaal dier, dat zich uiteraard wel sociaal opstelt en soortgenoten opzoekt tijdens de paartijd. Vooral bij schemering en ’s nachts wordt er gejaagd, op kleine prooidieren zoals knaagdieren, vogels, reptielen en insecten. Om maar een idee te geven: een kat van 4 kg heeft 8-10 muizen per dag nodig om te overleven, dus je kan je voorstellen dat er heel wat tijd naar jagen gaat. En als je er helemaal alleen voor staat, kan je maar beter voorzichtig zijn en conflicten vermijden.
De felis sylvestris lybica communiceert voornamelijk via geuren (miauwen bijvoorbeeld heeft in een weidse verlaten woestijn weinig nut) en zo zet ze via kopjes geven, krabben en sproeien geurvlaggetjes in haar territorium. Signalen naar andere katten om elkaar uit de weg te kunnen gaan, maar ook reminders voor zichzelf : “Hier was ik al eens eerder, hier was het goed/hier moet ik opletten,…”. Komt ze toch in de buurt van mogelijk gevaar, zal ze kiezen voor ‘run and hide’ in plaats van een gevecht aan te gaan met het risico gewond te raken.

Tot samenleven in onze huiskamer …
De domesticatie van de wilde kat is waarschijnlijk zo’n 10.000 jaar geleden begonnen toen de mens in het Midden-Oosten aan landbouw ging doen. De graanoogst werd gestockeerd en dàt lokte knaagdieren … heel vervelend voor de mensen, maar voor de wilde kat een makkelijke manier om veel prooien te vinden.
Zo is de kat zich vrijwillig in de buurt van de nederzettingen beginnen settelen. De mens zag ook het voordeel in van deze levende ‘muizenvallen’ en moedigde ze waarschijnlijk nog aan en gaf ze voedsel. Uiteindelijk is de vrijwillig gedomesticeerde wilde kat via Romeinse schepen meegekomen naar Europa, heeft zich daar ingekruist met de Europese wilde kat, et voilà: daar was onze huiskat zoals we ze nu kennen, zonder enige genetische selectie. Pas in de 19e eeuw is men gaan selecteren op voornamelijk uiterlijke kenmerken en zo zijn de verschillende raskatten ontstaan. Maar verder stamt onze huiskat, de felis silvestris catus, dus rechtstreeks af van die wilde Noord-Afrikaanse kat.
Ze heeft daardoor nog steeds dezelfde instincten: vermijden van conflicten, communicatie via geuren, … en jawel, ook het jachtinstinct. En wij moeten ervoor zorgen dat ze haar instincten, waarvoor zij geprogrammeerd is, kan volgen. Door ons huis te verrijken zodat ze zoveel mogelijk haar natuurlijk gedrag kan vertonen. Onze kat heeft al heel wat meegemaakt, van verafgoding bij de Egyptenaren tot verbranding door de Middeleeuwse christenen. En dat ze zich al fantastisch heeft aangepast aan onze manier van leven, daar kunnen we alleen maar onmetelijk veel respect voor hebben … en nu is het aan ons om iets terug te doen ♡!